Leviticus 13:8
Indien de priester merken zal, dat, ziet, de verzwering in het vel uitgespreid is, zo zal de priester hem onrein verklaren; het is melaatsheid.
Leviticus 13:3
En de priester zal de plaag in het vel des vleses bezien; zo het haar in die plaag in wit veranderd is, en het aanzien der plaag dieper is dan het vel zijns vleses, het is de plaag der melaatsheid; als de priester hem bezien zal hebben, dan zal hij hem onrein verklaren.
Mattheüs 15:7-8
Gij geveinsden! Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende:
Handelingen 8:21
Gij hebt geen deel noch lot in dit woord: want uw hart is niet recht voor God.
Filippenzen 3:18-19
Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn;
2 Petrus 2:19
Belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht gemaakt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd