Leviticus 23:13
En zijn spijsoffer twee tienden meelbloem, met olie gemengd, ten vuuroffer, den HEERE tot een liefelijken reuk; en zijn drankoffer van wijn, het vierde deel van een hin.
Leviticus 2:14-16
En zo gij den HEERE een spijsoffer der eerste vruchten offert, zult gij het spijsoffer uwer eerste vruchten van groene aren, bij het vuur gedord, dat is, het klein gebroken graan van volle groene aren, offeren.
Exodus 29:40-41
Met een tiende deel meelbloem, gemengd met een vierendeel van een hin gestoten olie; en tot drankoffer een vierde deel van een hin wijn, tot het ene lam.
Exodus 30:9
Gij zult geen vreemd reukwerk op hetzelve aansteken, noch brandoffer, noch spijsoffer; gij zult ook geen drankoffer daarop gieten.
Exodus 30:24
Ook kassie, vijfhonderd, naar den sikkels des heiligdoms, en olie van olijfbomen een hin;
Leviticus 6:20
Dit is de offerande van Aaron en van zijn zonen, die zij den HEERE offeren zullen, ten dage als hij zal gezalfd worden: het tiende deel ener efa meelbloem, een spijsoffer gedurig; de helft daarvan op den morgen, en de helft daarvan op den avond.
Leviticus 14:10
En op den achtsten dag zal hij twee volkomen lammeren, en een eenjarig volkomen schaap nemen, mitsgaders drie tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, en een log olie.
Numberi 15:3-12
En gij een vuuroffer den HEERE zult doen, een brandoffer, of slachtoffer, om af te zonderen een gelofte, of in een vrijwillig offer, of in uw gezette hoogtijden, om den HEERE een liefelijken reuk te maken, van runderen of van klein vee;
Numberi 28:10
Het is het brandoffer des sabbats op elken sabbat, boven het gedurig brandoffer, en zijn drankoffer.
Ezechiël 4:11
Gij zult ook water naar zekere maat drinken, het zesde deel van een hin; van tijd tot tijd zult gij het drinken.
Ezechiël 45:24
Ook zal hij een spijsoffer bereiden, een efa tot een var, en een efa tot een ram; en een hin olie tot een efa.
Ezechiël 46:14
En gij zult ten spijsoffer daarop doen, alle morgens een zesde deel van een efa, en olie een derde deel van een hin, om de meelbloem te bedruipen; tot een spijsoffer den HEERE, tot eeuwige inzettingen, geduriglijk.
Joël 1:9
Spijsoffer en drankoffer is van het huis des HEEREN afgesneden; de priesters, des HEEREN dienaars, treuren.
Joël 1:13
Omgordt u, en rouwklaagt, gij priesters! huilt, gij dienaars des altaars! gaat in, vernacht in zakken, gij dienaars mijns Gods! want spijsoffer en drankoffer is geweerd van het huis uws Gods.
Joël 2:14
Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor den HEERE, uw God.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd