Leviticus 24:10
En er ging de zoon ener Israelietische vrouw uit, die, in het midden der kinderen Israels, de zoon van een Egyptische man was; en de zoon van deze Israelietische en een Israelietisch man twistten in het leger.
Exodus 12:38
En veel vermengd volk trok ook met hen op, en schapen, en runderen, gans veel vee.
Numberi 11:4
En het gemene volk, dat in het midden van hen was, werd met lust bevangen; daarom zo weenden ook de kinderen Israels wederom, en zeiden: Wie zal ons vlees te eten geven?
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd