Leviticus 7:3
En daarvan zal men al zijn vet offeren, den staart, en het vet, dat het ingewand bedekt;
Exodus 29:13
Gij zult ook al het vet nemen, hetwelk het ingewand bedekt, en het net over de lever, en beide nieren en het vet, dat aan dezelve is, en gij zult ze aansteken op het altaar.
Leviticus 3:15-16
Mitsgaders de beide nieren, en het vet, dat daaraan is, dat aan de weekdarmen is; en het net over de lever, met de nieren, zal hij afnemen.
Leviticus 3:3-5
Daarna zal hij van dat dankoffer een vuuroffer den HEERE offeren, het vet, dat het ingewand bedekt, en al het vet, hetwelk aan het ingewand is.
Leviticus 3:9-11
Daarna zal hij van dat dankoffer een vuuroffer den HEERE offeren; zijn vet, den gehele staart, dien hij dicht aan de ruggegraat zal afnemen, en het vet bedekkende het ingewand, en al het vet, dat aan het ingewand is;
Leviticus 4:8-10
Verder, al het vet van den var des zondoffers zal hij daarvan opnemen; het vet bedekkende het ingewand, en al het vet, dat aan het ingewand is;
Psalmen 51:6
Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend.
Psalmen 51:17
De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd