Lukas 12:26
Indien gij dan ook het minste niet kunt, wat zijt gij voor de andere dingen bezorgd?
Psalmen 39:6
Immers wandelt de mens als in een beeld, immers woelen zij ijdelijk; men brengt bijeen, en men weet niet, wie het naar zich nemen zal.
Prediker 7:13
Aanmerk het werk Gods; want wie kan recht maken, dat Hij krom gemaakt heeft?
Lukas 12:29
En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig.
1 Petrus 5:7
Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd