Lukas 12:59

Ik zeg u: Gij zult van daar geenszins uitgaan, totdat gij ook het laatste penningsken betaald zult hebben.

Markus 12:42

En er kwam een arme weduwe, die twee kleine penningen daarin wierp, hetwelk is een oort.

Mattheüs 18:34

En zijn heer, vertoornd zijnde, leverde hem den pijnigers over, totdat hij zou betaald hebben al wat hij hem schuldig was.

Mattheüs 25:41

Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linker hand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is.

Mattheüs 25:46

En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.

Lukas 16:26

En boven dit alles, tussen ons en ulieden is een grote klove gevestigd, zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook die daar zijn, van daar tot ons overkomen.

2 Thessalonicenzen 1:3

Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders, gelijk billijk is, omdat uw geloof zeer wast, en dat de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain