Lukas 14:34

Het zout is goed; maar indien het zout smakeloos geworden is, waarmede zal het smakelijk gemaakt worden?

Mattheüs 5:13

Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.

Markus 9:49-50

Want een ieder zal met vuur gezouten worden, en iedere offerande zal met zout gezouten worden.

Colossenzen 4:6

Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten, hoe gij een iegelijk moet antwoorden.

Hebreeën 2:4-8

God bovendien medegetuigende door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten en bedelingen des Heiligen Geestes, naar Zijn wil.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd