Lukas 17:15

En een van hen, ziende, dat hij genezen was, keerde wederom, met grote stemme God verheerlijkende.

2 Kronieken 32:24-26

In die dagen werd Jehizkia krank tot stervens toe, en hij bad tot den HEERE, Die sprak tot hem, en Hij gaf hem een wonderteken.

Psalmen 30:1-2

Een psalm, een lied der inwijding van Davids huis. (1a) Ik zal U verhogen, HEERE, want Gij hebt mij opgetrokken, en mijn vijanden over mij niet verblijd.

Psalmen 30:11-12

Gij hebt mij mijn weeklage veranderd in een rei; Gij hebt mijn zak ontbonden, en mij met blijdschap omgord;

Psalmen 103:1-4

Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam.

Psalmen 107:20-22

Hij zond Zijn woord uit, en heelde hen, en rukte hen uit hun kuilen.

Psalmen 116:12-15

Wat zal ik den HEERE vergelden voor al Zijn weldaden aan mij bewezen?

Psalmen 118:18-19

De HEERE heeft mij wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven.

Jesaja 38:19-22

De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden doe; de vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken.

Mattheüs 9:8

De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd, en God verheerlijkt, die zodanige macht den mensen gegeven had.

Lukas 17:17-18

En Jezus, antwoordende, zeide: Zijn niet de tien gereinigd geworden, en waar zijn de negen?

Johannes 5:14

Daarna vond hem Jezus in den tempel, en zeide tot hem: Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede.

Johannes 9:38

En hij zeide: Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd