Lukas 18:42
En Jezus zeide tot hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden.
Mattheüs 9:22
En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide: Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van dezelve ure af.)
Lukas 7:50
Maar Hij zeide tot de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede.
Lukas 8:48
En Hij zeide tot haar: Dochter, wees welgemoed, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede.
Lukas 17:19
En Hij zeide tot hem: Sta op, en ga heen; uw geloof heeft u behouden.
Psalmen 33:9
Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er.
Psalmen 107:20
Hij zond Zijn woord uit, en heelde hen, en rukte hen uit hun kuilen.
Mattheüs 8:3
En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aangeraakt, zeggende: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd.
Mattheüs 15:28
Toen antwoordde Jezus, en zeide tot haar: O vrouw! groot is uw geloof; u geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond van diezelfde ure.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd