Lukas 19:48
En zij vonden niet, wat zij doen zouden; want al het volk hing Hem aan, en hoorde Hem.
Nehemia 8:3
En Ezra, de priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig waren om te horen, op den eersten dag der zevende maand.
Mattheüs 22:15-16
Toen gingen de Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem verstrikken zouden in Zijn rede.
Lukas 20:19-20
En de overpriesteren en de Schriftgeleerden zochten te dierzelver ure de handen aan Hem te slaan; maar zij vreesden het volk; want zij verstonden, dat Hij deze gelijkenis tegen hen gesproken had.
Lukas 22:2-4
En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk.
Johannes 7:46-49
De dienaars antwoordden: Nooit heeft een mens alzo gesproken, gelijk deze Mens.
Handelingen 16:14
En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd