Lukas 19:5

En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven.

Genesis 18:3-5

En hij zeide: Heere! heb ik nu genade gevonden in Uw ogen, zo gaat toch niet aan Uw knecht voorbij.

Genesis 19:1-3

En die twee engelen kwamen te Sodom in den avond; en Lot zat in de poort te Sodom; en als Lot hen zag, stond hij op hun tegemoet, en boog zich met het aangezicht ter aarde.

Psalmen 101:2-3

Ik zal verstandelijk handelen in den oprechten weg; wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in oprechtigheid mijns harten.

Psalmen 139:1-3

Een psalm van David, voor den opperzangmeester. HEERE! Gij doorgrondt en kent mij.

Prediker 9:10

Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht; want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid in het graf, daar gij heengaat.

Ezechiël 16:6

Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef!

Lukas 19:10

Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

Johannes 1:48

Jezus zag Nathanael tot Zich komen, en zeide tot hem: Zie, waarlijk een Israeliet, in welken geen bedrog is.

Johannes 4:7-10

Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken.

Johannes 14:23

Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen tot hem komen, en zullen woning bij hem maken.

2 Corinthiër 6:1

En wij, als medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade Gods niet tevergeefs moogt ontvangen hebben.

Efeziërs 3:17

Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt;

Hebreeën 13:2

Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd.

Openbaring 3:20

Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.

Treasury of Scripture Knowledge did not add