Lukas 20:8

En Jezus zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze dingen doe.

Job 5:12-13

Hij maakt te niet de gedachten der arglistigen; dat hun handen niet een ding uitrichten.

Spreuken 26:4-5

Antwoord den zot naar zijn dwaasheid niet, opdat gij ook hem niet gelijk wordt.

Mattheüs 15:14

Laat hen varen; zij zijn blinde leidslieden der blinden. Indien nu de blinde den blinde leidt, zo zullen zij beiden in de gracht vallen.

Mattheüs 16:4

Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jona, den profeet. En hen verlatende, ging Hij weg.

Mattheüs 21:27

En zij, Jezus antwoordende, zeiden: Wij weten het niet. En Hij zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik dit doe.

Markus 11:33

En, antwoordende, zeiden zij tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze dingen doe.

Lukas 22:68

En indien Ik ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden, of loslaten;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain