Lukas 22:57

Maar hij verloochende Hem, zeggende: Vrouw, ik ken Hem niet.

Mattheüs 10:33

Maar zo wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, dien zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.

Mattheüs 26:70

Maar hij loochende het voor allen, zeggende: Ik weet niet, wat gij zegt.

Lukas 12:9

Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal verloochend worden voor de engelen Gods.

Lukas 22:33-34

En hij zeide tot Hem: Heere, ik ben bereid, met U ook in de gevangenis en in den dood te gaan.

Johannes 18:25

En Simon Petrus stond en warmde zich. Zij zeiden dan tot hem: Zijt gij ook niet uit Zijn discipelen? Hij loochende het, en zeide: Ik ben niet.

Johannes 18:27

Petrus dan loochende het wederom. En terstond kraaide de haan.

Handelingen 3:13-14

De God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de God onzer vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem verloochend, voor het aangezicht van Pilatus, als hij oordeelde, dat men Hem zoude loslaten.

Handelingen 3:19

Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren,

2 Timotheüs 2:10-12

Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen, die in Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid.

1 Johannes 1:9

Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain