Lukas 24:2
En zij vonden den steen afgewenteld van het graf.
Mattheüs 27:60-66
En legde dat in zijn nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; en een grote steen tegen de deur des grafs gewenteld hebbende, ging hij weg.
Mattheüs 28:2
En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde de steen af van de deur, en zat op denzelven.
Markus 15:46-47
En hij kocht fijn lijnwaad, en Hem afgenomen hebbende, wond Hem in dat fijne lijnwaad, en legde Hem in een graf, hetwelk uit een steenrots gehouwen was; en hij wentelde een steen tegen de deur des grafs.
Markus 16:3-4
En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen?
Johannes 20:1-2
En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, als het nog duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf weggenomen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd