Lukas 24:31
En hun ogen werden geopend, en zij kenden Hem; en Hij kwam weg uit hun gezicht.
Lukas 24:16
En hun ogen werden gehouden, dat zij Hem niet kenden.
Lukas 4:30
Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg.
Johannes 8:59
Zij namen dan stenen op, dat zij ze op Hem wierpen. Maar Jezus verborg Zich, en ging uit den tempel, gaande door het midden van hen; en ging alzo voorbij.
Johannes 20:13-16
En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd