Lukas 4:28
En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden.
2 Kronieken 16:10
Doch Asa werd toornig tegen den ziener, en leidde hem in het gevangenhuis; want hij was hierover tegen hem ontsteld; daartoe onderdrukte Asa enigen uit het volk ter zelfder tijd.
2 Kronieken 24:20-21
En de Geest Gods toog Zacharia aan, den zoon van Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide tot hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult gij niet voorspoedig zijn; dewijl gij den HEERE verlaten hebt, zo zal Hij u verlaten.
Jeremia 37:15-16
En de vorsten werden zeer toornig op Jeremia en sloegen hem; en zij stelden hem in het gevangenhuis, ten huize van Jonathan, den schrijver; want zij hadden dat tot een gevangenhuis gemaakt.
Jeremia 38:6
Toen namen zij Jeremia en wierpen hem in den kuil van Malchia, den zoon van Hammelech, die in het voorhof der bewaring was, en zij lieten Jeremia af met zelen; in den kuil nu was geen water, maar slijk; en Jeremia zonk in het slijk.
Lukas 6:11
En zij werden vervuld met uitzinnigheid, en spraken samen met elkander, wat zij Jezus doen zouden.
Lukas 11:53-54
En als Hij deze dingen tot hen zeide, begonnen de Schriftgeleerden en Farizeen hard aan te houden, en Hem van vele dingen te doen spreken;
Handelingen 5:33
Als zij nu dit hoorden, barstte hun het hart, en zij hielden raad, om hen te doden.
Handelingen 7:54
Als zij nu dit hoorden, berstten hun harten, en zij knersten de tanden tegen hem.
Handelingen 22:21-23
En Hij zeide tot mij: Ga heen; want Ik zal u ver tot de heidenen afzenden.
1 Thessalonicenzen 2:15-16
Welke ook gedood hebben den Heere Jezus, en hun eigen profeten; en ons hebben vervolgd, en Gode niet behagen, en alle mensen tegen zijn;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd