En hij, alles verlatende, stond op en volgde Hem.

En als zij de schepen aan land gestuurd hadden, verlieten zij alles, en volgden Hem.

Zo ging hij van daar, en vond Elisa, den zoon van Safat; dezelve ploegde met twaalf juk runderen voor zich henen, en hij was bij het twaalfde; en Elia ging over tot hem, en wierp zijn mantel op hem.

Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg; want hij had vele goederen.

En Hij zeide tot een anderen: Volg Mij. Doch hij zeide: Heere, laat mij toe, dat ik heenga, en eerst mijn vader begrave.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling