Lukas 5:9

Want verbaasdheid had hem bevangen, en allen, die met hem waren, over de vangst der vissen, die zij gevangen hadden;

Psalmen 8:6

Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet;

Psalmen 8:8

Het gevogelte des hemels, en de vissen der zee; hetgeen de paden der zeeen doorwandelt.

Markus 9:6

Want hij wist niet, wat hij zeide; want zij waren zeer bevreesd.

Lukas 4:32

En zij versloegen zich over Zijn leer, want Zijn woord was met macht.

Lukas 4:36

En er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain