Lukas 8:11

Dit is nu de gelijkenis: Het zaad is het Woord Gods.

Mattheüs 13:19

Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, die bij den weg bezaaid is.

Markus 4:14-20

De zaaier is, die het Woord zaait.

Jakobus 1:21

Daarom, afgelegd hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zaligmaken.

Jesaja 8:20

Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben.

1 Corinthiërs 3:6-7

Ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt; maar God heeft den wasdom gegeven.

1 Corinthiërs 3:9-12

Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij.

1 Petrus 1:23-25

Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain