Markus 11:21

En Petrus, zulks indachtig geworden zijnde, zeide tot Hem: Rabbi, zie, de vijgeboom, dien Gij vervloekt hebt, is verdord.

Spreuken 3:33

De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen.

Zacharia 5:3-4

Toen zeide Hij tot mij: Dit is de vloek, die uitgaan zal over het ganse land; want een iegelijk, die steelt, zal van hier, volgens denzelven vloek, uitgeroeid worden; desgelijks een iegelijk, die valselijk zweert, zal van hier, volgens denzelven vloek, uitgeroeid worden.

Mattheüs 23:7

Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi!

Mattheüs 25:41

Dan zal Hij zeggen ook tot degenen, die ter linker hand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is.

1 Corinthiërs 16:22

Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maran-atha!

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain