Markus 12:27

God is niet een God der doden, maar een God der levenden. Gij dwaalt dan zeer.

Spreuken 19:27

Laat af, mijn zoon, horende de tucht, af te dwalen van de redenen der wetenschap.

Markus 12:24

En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Dwaalt gij niet, daarom, dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods?

Romeinen 4:17

(Gelijk geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld) voor Hem, aan Welken hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren;

Romeinen 14:9

Want daartoe is Christus ook gestorven, en opgestaan, en weder levend geworden, opdat Hij beiden over doden en levenden heersen zou.

Hebreeën 3:10

Daarom was Ik vertoornd over dat geslacht, en sprak: Altijd dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend.

Hebreeën 11:13-16

Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain