En Judas Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, opdat hij Hem hun zou overleveren.

En als het avondmaal gedaan was,, toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Hem verraden zou),

Toen ging een van de twaalven, genaamd Judas Iskariot, tot de overpriesters,

En de satan voer in Judas, die toegenaamd was Iskariot, zijnde uit het getal der twaalven.

Simon Kananites, en Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft.

Hij dan, de bete genomen hebbende, ging terstond uit. En het was nacht.

Zelfs de man mijns vredes, op welken ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft de verzenen tegen mij grotelijks verheven.

Want het is geen vijand, die mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen; het is mijn hater niet, die zich tegen mij groot maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen hebben.

En Judas Iskariot, die Hem ook verraden heeft.

Jezus antwoordde hun: Heb Ik niet u twaalf uitverkoren? En een uit u is een duivel.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling