Markus 14:4

En er waren sommigen, die dat zeer kwalijk namen bij zichzelven, en zeiden: Waartoe is dit verlies der zalf geschied?

Mattheüs 26:8-9

En Zijn discipelen, dat ziende, namen het zeer kwalijk, zeggende: Waartoe dit verlies?

Johannes 12:4-5

Zo zeide dan een van Zijn discipelen, namelijk Judas, Simons zoon, Iskariot, die Hem verraden zou:

Prediker 4:4

Verder zag ik al den arbeid en alle geschikkelijkheid des werks, dat het den mens nijd van zijn naaste aanbrengt. Dat is ook ijdelheid en kwelling des geestes.

Prediker 5:4-8

Het is beter, dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt.

Maleachi 1:12-13

Maar gij ontheiligt dien, als gij zegt: Des HEEREN tafel is ontreinigd, en haar inkomen, haar spijs is verachtelijk.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain