Markus 2:19
En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen vasten, terwijl de Bruidegom bij hen is? Zo langen tijd zij den Bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten.
Genesis 29:22
Zo verzamelde Laban al de mannen dier plaats, en maakte een maaltijd.
Richteren 14:10-11
Als nu zijn vader afgekomen was tot die vrouw, zo maakte Simson aldaar een bruiloft, want alzo plachten de jongelingen te doen.
Psalmen 45:14
In gestikte klederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar zijn, haar medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden.
Hooglied 6:8
Er zijn zestig koninginnen en tachtig bijwijven, en maagden zonder getal.
Mattheüs 25:1-10
Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den bruidegom tegemoet.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd