Markus 4:21
En Hij zeide tot hen: Komt ook de kaars, opdat zij onder de koornmaat of onder het bed gezet worde? Is het niet, opdat zij op den kandelaar gezet worde?
Mattheüs 5:15
Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn;
Lukas 8:16
En niemand, die een kaars ontsteekt, bedekt dezelve met een vat, of zet ze onder een bed; maar zet ze op een kandelaar, opdat degenen, die inkomen, het licht zien mogen.
Lukas 11:33
En niemand, die een kaars ontsteekt, zet die in het verborgen, noch onder een koornmaat, maar op een kandelaar, opdat degenen, die inkomen, het licht zien mogen.
Jesaja 60:1-3
Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op.
1 Corinthiërs 12:7
Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is.
Efeziërs 5:3-15
Maar hoererij en alle onreinigheid, of gierigheid, laat ook onder u niet genoemd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt,
Filippenzen 2:15-16
Opdat gij moogt onberispelijk en oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht, onder welke gij schijnt als lichten in de wereld;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd