Markus 5:43
En Hij gebood hun zeer, dat niemand datzelve zou weten; en zeide, dat men haar zou te eten geven.
Mattheüs 8:4
En Jezus zeide tot hem: Zie, dat gij dit niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Mattheüs 9:30
En hun ogen zijn geopend geworden. En Jezus heeft hun zeer gestrengelijk verboden, zeggende: Ziet, dat het niemand wete.
Mattheüs 12:16-18
En Hij gebood hun scherpelijk, dat zij Hem niet openbaar maken zouden;
Mattheüs 17:9
En als zij van de berg afkwamen, gebood hun Jezus, zeggende: Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden.
Markus 1:43
En als Hij hem strengelijk verboden had, deed Hij hem terstond van Zich gaan;
Markus 3:12
En Hij gebood hun scherpelijk dat zij Hem niet zouden openbaar maken.
Markus 7:36
En Hij gebood hunlieden, dat zij het niemand zeggen zouden; maar wat Hij hun ook gebood, zo verkondigden zij het des te meer.
Lukas 5:14
En Hij gebood hem, dat hij het niemand zeggen zou; maar ga heen, zeide Hij, vertoon uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, gelijk Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Lukas 8:56
En haar ouders ontzetten zich; en Hij beval hun, dat zij niemand zouden zeggen hetgeen geschied was.
Lukas 24:30
En het geschiedde, als Hij met hen aanzat, nam Hij het brood, en zegende het, en als Hij het gebroken had, gaf Hij het hun.
Lukas 24:42-43
En zij gaven Hem een stuk van een gebraden vis, en van honigraten.
Johannes 5:41
Ik neem geen eer van mensen;
Handelingen 10:41
Niet al den volke, maar den getuigen, die van God te voren verkoren waren, ons namelijk, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij uit de doden opgestaan was.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd