Markus 7:32
En zij brachten tot Hem een dove, die zwaarlijk sprak, en baden Hem, dat Hij de hand op hem legde.
Lukas 11:14
En Hij wierp een duivel uit, en die was stom. En het geschiedde, als de duivel uitgevaren was, dat de stomme sprak; en de scharen verwonderden zich.
Markus 5:23
En bad Hem zeer, zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; ik bid U, dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven.
Mattheüs 9:32-33
Als dezen nu uitgingen, ziet, zo brachten zij tot Hem een mens, die stom en van den duivel bezeten was.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd