Markus 9:10

En zij behielden dit woord bij zichzelven, vragende onder elkander, wat het was, uit de doden opstaan.

Genesis 37:11

Zijn broeders dan benijdden hem; doch zijn vader bewaarde deze zaak.

Mattheüs 16:22

En Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: Heere, wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden.

Markus 9:32

Maar zij verstonden dat woord niet, en zij vreesden Hem te vragen.

Lukas 2:50-51

En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak.

Lukas 18:33-34

En Hem gegeseld hebbende, zullen zij Hem doden; en ten derden dage zal Hij wederopstaan.

Lukas 24:7-8

Zeggende: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en gekruisigd worden, en ten derden dage wederopstaan.

Lukas 24:25-27

En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben!

Johannes 2:19-22

Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt dezen tempel, en in drie dagen zal Ik denzelven oprichten.

Johannes 12:16

Doch dit verstonden Zijn discipelen in het eerst niet; maar als Jezus verheerlijkt was, toen werden zij indachtig, dat dit van Hem geschreven was, en dat zij Hem dit gedaan hadden.

Johannes 12:33-34

(En dit zeide Hij, betekenende, hoedanigen dood Hij sterven zou.)

Johannes 16:17-19

Sommigen dan uit Zijn discipelen zeiden tot elkander: Wat is dit, dat Hij tot ons zegt: Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien; en: Want Ik ga heen tot den Vader?

Johannes 16:29-30

Zijn discipelen zeiden tot Hem: Zie, nu spreekt Gij vrijuit, en zegt geen gelijkenis.

Handelingen 17:18

En sommigen van de Epikureische en Stoische wijsgeren streden met hem; en sommigen zeiden: Wat wil toch deze klapper zeggen? Maar anderen zeiden: Hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden; omdat hij hun Jezus en de opstanding verkondigde.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain