Mattheüs 9:22
En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide: Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van dezelve ure af.)
Lukas 7:50
Maar Hij zeide tot de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede.
Mattheüs 9:2
En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon! wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven.
Mattheüs 15:28
Toen antwoordde Jezus, en zeide tot haar: O vrouw! groot is uw geloof; u geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond van diezelfde ure.
Markus 10:52
En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende, en volgde Jezus op den weg.
Lukas 17:19
En Hij zeide tot hem: Sta op, en ga heen; uw geloof heeft u behouden.
Lukas 18:42
En Jezus zeide tot hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden.
Mattheüs 9:29
Toen raakte Hij hun ogen aan, zeggende: U geschiede naar uw geloof.
Mattheüs 17:18
En Jezus bestrafte hem, en de duivel ging van hem uit, en het kind werd genezen van die ure af.
Markus 5:34
En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede, en zijt genezen van deze uw kwaal.
Lukas 8:48
En Hij zeide tot haar: Dochter, wees welgemoed, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede.
Johannes 4:53
De vader bekende dan, dat het in dezelve ure was, in dewelke Jezus tot hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde zelf, en zijn gehele huis.
Handelingen 14:9
Deze hoorde Paulus spreken; welke de ogen op hem houdende, en ziende, dat hij geloof had om gezond te worden,
Handelingen 16:18
En dit deed zij vele dagen lang. Maar Paulus, daarover ontevreden zijnde, keerde zich om, en zeide tot den geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat gij van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure.
Hebreeën 4:2
Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd