Mattheüs 13:44
Wederom is het Koninkrijk der hemelen gelijk aan een schat, in den akker verborgen, welken een mens gevonden hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven, gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft, en koopt dienzelven akker.
Jesaja 55:1
O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!
Spreuken 2:2-5
Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;
Spreuken 18:1
Die zich afzondert, tracht naar wat begeerlijks; hij vermengt zich in alle bestendige wijsheid.
Spreuken 23:23
Koop de waarheid, en verkoop ze niet, mitsgaders wijsheid, en tucht, en verstand.
Colossenzen 3:3-4
Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God.
Openbaring 3:18
Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt.
Spreuken 16:16
Hoeveel beter is het wijsheid te bekomen, dan uitgegraven goud, en uitnemender, verstand te bekomen, dan zilver!
Spreuken 17:16
Waarom toch zou in de hand des zots het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, dewijl hij geen verstand heeft?
Mattheüs 6:21
Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
Romeinen 15:4
Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij, door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop hebben zouden.
Colossenzen 2:3
In Denwelken al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn.
Hebreeën 10:34
Want gij hebt ook over mijn banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met blijdschap aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een beter en blijvend goed in de hemelen.
Hebreeën 11:24-26
Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genoemd te worden;
Mattheüs 13:24
Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker.
Mattheüs 19:21
Jezus zeide tot hem: Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen, verkoop wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; en kom herwaarts, volg Mij.
Mattheüs 19:27
Toen antwoordde Petrus, en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd, wat zal ons dan geworden?
Mattheüs 19:29
En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beerven.
Lukas 14:33
Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles, wat hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn.
Lukas 18:23-24
Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig; want hij was zeer rijk.
Lukas 19:6-8
En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap.
Johannes 6:35
En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
Handelingen 2:44-47
En allen, die geloofden, waren bijeen, en hadden alle dingen gemeen;
Handelingen 4:32-35
En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen.
1 Corinthiërs 2:9-10
Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben.
Filippenzen 3:7-9
Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht.
Colossenzen 3:16
Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd