Mattheüs 14:32
En als zij in het schip geklommen waren, stilde de wind.
Psalmen 107:29-30
Hij doet de storm stilstaan, zodat hun golven stilzwijgen.
Markus 4:41
En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Markus 6:51
En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; en zij ontzetten zich bovenmate zeer in zichzelven, en waren verwonderd.
Johannes 6:21
Zij hebben dan Hem gewilliglijk in het schip genomen; en terstond kwam het schip aan het land, daar zij naar toe voeren.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd