Mattheüs 15:4
Want God heeft geboden, zeggende: Eert uwen vader en moeder, en: Wie vader of moeder vloekt, die zal de dood sterven.
Exodus 20:12
Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.
Exodus 21:17
Wie ook zijn vader of zijn moeder vloekt, die zal zekerlijk gedood worden.
Deuteronomium 5:16
Eert uw vader, en uw moeder, gelijk als de HEERE, uw God, u geboden heeft, opdat uw dagen verlengd worden, en opdat het u welga in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.
Leviticus 20:9
Als er iemand is, die zijn vader of zijn moeder zal gevloekt hebben, die zal zekerlijk gedood worden; hij heeft zijn vader of zijn moeder gevloekt; zijn bloed is op hem!
Mattheüs 19:19
Eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.
Leviticus 19:3
Want ieder zal zijn moeder en zijn vader vrezen, en Mijn sabbatten houden; Ik ben de HEERE, uw God!
Deuteronomium 21:18-21
Wanneer iemand een moedwilligen en wederspannigen zoon heeft, die de stem zijns vaders en de stem zijner moeder niet gehoorzaam is; en zij hem gekastijd zullen hebben, en hij naar hen niet horen zal,
Deuteronomium 27:16
Vervloekt zij, die zijn vader of zijn moeder veracht! En al het volk zal zeggen: Amen.
Spreuken 20:20
Wie zijn vader of zijn moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust worden in zwarte duisternis.
Spreuken 23:22
Hoor naar uw vader, die u gewonnen heeft; en veracht uw moeder niet, als zij oud geworden is.
Spreuken 30:17
Het oog, dat den vader bespot, of de gehoorzaamheid der moeder veracht, dat zullen de raven der beek uitpikken, en des arends jongen zullen het eten.
Jesaja 8:20
Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben.
Mattheüs 4:10
Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.
Mattheüs 5:17-19
Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen.
Romeinen 3:31
Doen wij dan de wet te niet door het geloof? Dat zij verre; maar wij bevestigen de wet.
Efeziërs 6:1
Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd