Mattheüs 16:10

Noch aan de zeven broden der vier duizend mannen, en hoevele manden gij opnaamt?

Mattheüs 15:34-38

En Jezus zeide tot hen: Hoevele broden hebt gij? Zij zeiden: Zeven, en weinige visjes.

Markus 8:5-9

En Hij vraagde hun: Hoeveel broden hebt gij? En zij zeiden: Zeven.

Markus 8:17-21

En Jezus, dat bekennende, zeide tot hen: Wat overlegt gij, dat gij geen broden hebt? Bemerkt gij nog niet, en verstaat gij niet, hebt gij nog uw verharde hart?

Treasury of Scripture Knowledge did not add

Public domain