Mattheüs 16:14

En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Jeremia of een van de profeten.

Mattheüs 14:2

En zeide tot zijn knechten: Deze is Johannes de Doper; hij is opgewekt van de doden, en daarom werken die krachten in Hem.

Markus 6:15

Anderen zeiden: Hij is Elias; en anderen zeiden: Hij is een profeet, of als een der profeten.

Johannes 1:21

En zij vraagden hem: Wat dan? Zijt gij Elias? En hij zeide: Ik ben die niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen.

Maleachi 4:5

Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal.

Mattheüs 17:10

En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Wat zeggen dan de Schriftgeleerden, dat Elias eerst moet komen?

Markus 8:28

En zij antwoordden: Johannes de Doper; en anderen: Elias; en anderen: Een van de profeten.

Lukas 9:8

En van sommigen, dat Elias verschenen was; en van anderen, dat een profeet van de ouden was opgestaan.

Lukas 9:18-19

En het geschiedde, als Hij alleen was biddende, dat de discipelen met Hem waren, en Hij vraagde hen, zeggende: Wie zeggen de scharen, dat Ik ben?

Johannes 7:12

En er was veel gemurmels van Hem onder de scharen. Sommigen zeiden: Hij is goed; en anderen zeiden: Neen, maar Hij verleidt de schare.

Johannes 7:40-41

Velen dan uit de schare, deze rede horende, zeiden: Deze is waarlijk de Profeet.

Johannes 9:17

Zij zeiden wederom tot den blinde: Gij, wat zegt gij van Hem; dewijl Hij uw ogen geopend heeft? En hij zeide: Hij is een Profeet.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain