Mattheüs 16:15

Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?

Mattheüs 13:11

En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven.

Markus 8:29

En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, wie zegt gij dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Gij zijt de Christus.

Lukas 9:20

En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, wie zegt gij, dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide: De Christus Gods.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain