Mattheüs 18:1
Te dierzelfder ure kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende: Wie is toch de meeste in het Koninkrijk der hemelen?
Lukas 9:46-48
En er rees een overlegging onder hen, namelijk, wie van hen de meeste ware.
Markus 9:33-37
En Hij kwam te Kapernaum, en in het huis gekomen zijnde, vraagde Hij hun: Waarvan hadt gij woorden onder elkander op den weg?
Mattheüs 3:2
En zeggende: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Mattheüs 7:21
Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Mattheüs 20:20-28
Toen kwam de moeder der zonen van Zebedeus tot Hem met haar zonen, Hem aanbiddende, en begerende wat van Hem.
Mattheüs 23:11
Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn.
Markus 10:14-15
Maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.
Markus 10:35-45
En tot Hem kwamen Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, zeggende: Meester! wij wilden wel, dat Gij ons deedt, zo wat wij begeren zullen.
Lukas 22:24-27
En er werd ook twisting onder hen, wie van hen scheen de meeste te zijn.
Romeinen 12:10
Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een de ander voorgaande.
Filippenzen 2:3
Doet geen ding door twisting of ijdele eer, maar door ootmoedigheid achte de een den ander uitnemender dan zichzelven.
Mattheüs 5:19-20
Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd