Mattheüs 19:18

Hij zeide tot Hem: Welke? En Jezus zeide: Deze: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven;

Exodus 20:12-17

Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.

Deuteronomium 5:16-21

Eert uw vader, en uw moeder, gelijk als de HEERE, uw God, u geboden heeft, opdat uw dagen verlengd worden, en opdat het u welga in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.

Mattheüs 5:21-28

Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, die zal strafbaar zijn door het gericht.

Markus 10:19

Gij weet de geboden: Gij zult geen overspel doen; gij zult niet doden; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven; gij zult niemand te kort doen; eer uw vader en uw moeder.

Lukas 18:20

Gij weet de geboden: Gij zult geen overspel doen; gij zult niet doden; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven; eer uw vader en uw moeder.

Romeinen 13:8-10

Zijt niemand iets schuldig, dan elkander lief te hebben; want die den ander liefheeft, die heeft de wet vervuld.

Galaten 3:10

Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.

Jakobus 2:10-11

Want wie de gehele wet zal houden, en in een zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain