Mattheüs 20:27
En zo wie onder u zal willen de eerste zijn, die zij uw dienstknecht.
Mattheüs 18:4
Zo wie dan zichzelven zal vernederen, gelijk dit kindeken, deze is de meeste in het Koninkrijk der hemelen.
Markus 9:33-35
En Hij kwam te Kapernaum, en in het huis gekomen zijnde, vraagde Hij hun: Waarvan hadt gij woorden onder elkander op den weg?
Lukas 22:26
Doch gij niet alzo; maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een die dient.
Handelingen 20:34-35
En gijzelve weet, dat deze handen tot mijn nooddruft, en dergenen, die met mij waren, gediend hebben.
Romeinen 1:14
Beiden Grieken en Barbaren, beiden wijzen en onwijzen ben ik een schuldenaar.
1 Corinthiërs 9:19-23
Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven allen dienstbaar gemaakt, opdat ik er meer zou winnen.
2 Corinthiër 4:5
Want wij prediken niet onszelven, maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat wij uw dienaars zijn om Jezus' wil.
2 Corinthiër 11:5
Want ik acht, dat ik nergens minder in ben geweest dan de uitnemendste apostelen.
2 Corinthiër 11:23-27
Zijn zij dienaars van Christus? (ik spreek onwijs zijnde) ik ben boven hen; in arbeid overvloediger, in slagen uitnemender, in gevangenissen overvloediger, in doods gevaar menigmaal.
2 Corinthiër 12:15
En ik zal zeer gaarne de kosten doen, en voor uw zielen ten koste gegeven worden; hoewel ik, u overvloediger beminnende, weiniger bemind worde.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd