4 Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den genoden: Ziet, ik heb mijn middagmaal bereid; mijn ossen, en de gemeste beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de bruiloft.
4 Again he sent out other slaves saying, ‘Tell those who have been invited, “Behold, I have prepared my dinner; my oxen and my fattened livestock are all butchered and everything is ready; come to the wedding feast.”’
10 En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd vervuld met aanzittende gasten.
10 Those slaves went out into the streets and gathered together all they found, both evil and good; and the wedding hall was filled with dinner guests.
13 Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden.
13 Then the king said to the servants, ‘Bind him hand and foot, and throw him into the outer darkness; in that place there will be weeping and gnashing of teeth.’
16 En zij zonden uit tot Hem hun discipelen, met de Herodianen, zeggende: Meester! wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en de weg Gods in der waarheid leert, en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der mensen niet aan;
16 And they *sent their disciples to Him, along with the Herodians, saying, “Teacher, we know that You are truthful and teach the way of God in truth, and defer to no one; for You are not partial to any.
24 Zeggende: Meester! Mozes heeft gezegd: Indien iemand sterft, geen kinderen hebbende, zo zal zijn broeder deszelfs vrouw trouwen, en zijn broeder zaad verwekken.
24 asking, “Teacher, Moses said, ‘If a man dies having no children, his brother as next of kin shall marry his wife, and raise up children for his brother.’