En de hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaarden, ziende de aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden zeer bevreesd, zeggende: Waarlijk, Deze was Gods Zoon!

En zij, nederzittende, bewaarden Hem aldaar.

Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.

En de hoofdman over honderd, die daarbij tegenover Hem stond, ziende, dat Hij alzo roepende den geest gegeven had, zeide: Waarlijk, deze Mens was Gods Zoon!

En wederom zond hij een hoofdman van de derde vijftigen met zijn vijftigen. Zo ging de derde hoofdman van vijftigen op, en kwam en boog zich op zijn knieen, voor Elia, en smeekte hem, en sprak tot hem: Gij, man Gods, laat toch mijn ziel en de ziel van uw knechten, van deze vijftigen, dierbaar zijn in uw ogen!

En de verzoeker, tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.

Als nu Jezus te Kapernaum ingegaan was, kwam tot Hem een hoofdman over honderd, biddende Hem,

Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God?

En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis.

En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon Gods? En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben.

Als nu de hoofdman over honderd zag, wat er geschied was, verheerlijkte hij God, en zeide: Waarlijk, deze Mens was rechtvaardig.

De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt.

En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?

En er was een zeker man te Cesarea, met name Cornelius, een hoofdman over honderd, uit de bende, genaamd de Italiaanse;

En als hij licht geeist had, sprong hij in, en werd zeer bevende, en viel voor Paulus en Silas neder aan de voeten;

Welke terstond krijgsknechten en hoofdmannen over honderd tot zich nam, en liep af naar hen toe. Zij nu, den oversten en de krijgsknechten ziende, hielden op van Paulus te slaan.

En Paulus riep tot zich een van de hoofdmannen over honderd, en zeide: Leid dezen jongeling heen tot den overste; want hij heeft hem wat te boodschappen.

En zekere twee van de hoofdmannen over honderd tot zich geroepen hebbende, zeide hij: Maakt tweehonderd krijgsknechten gereed, opdat zij naar Cesarea trekken, en zeventig ruiters, en tweehonderd schutters, tegen de derde ure des nachts;

En als het besloten was, dat wij naar Italie zouden afvaren, leverden zij Paulus en enige andere gevangenen, over aan een hoofdman over honderd, met name Julius van de keizerlijke bende.

Maar de hoofdman, willen Paulus behouden, belette hun dat voornemen, en beval, dat degenen, die zwemmen konden, zich eerst zouden afwerpen, en te land komen;

Die krachtelijk bewezen is te zijn de Zoon van God, naar den Geest der heiligmaking, uit de opstanding der doden) namelijk Jezus Christus, onzen Heere:

En in diezelfde ure geschiedde een grote aardbeving, en het tiende deel der stad is gevallen, en er zijn in de aardbeving gedood zeven duizend namen van mensen, en de overigen zijn zeer bevreesd geworden, en hebben den God des hemels heerlijkheid gegeven.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling