Mattheüs 28:15
En zij, het geld genomen hebbende, deden, gelijk zij geleerd waren. En dit woord is verbreid geworden bij de Joden tot op den huidigen dag.
Mattheüs 27:8
Daarom is die akker genaamd de akker des bloeds, tot op den huidigen dag.
Mattheüs 26:15
En zeide: Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren penningen.
1 Timotheüs 6:10
Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd