Mattheüs 7:22

Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan?

Numberi 24:4

De hoorder der redenen Gods spreekt, die het gezicht des Almachtigen ziet; die verrukt wordt, en wien de ogen ontdekt worden!

Maleachi 3:17-18

En zij zullen, zegt de HEERE der heirscharen, te dien dage, dien Ik maken zal, Mij een eigendom zijn; en Ik zal hen verschonen, gelijk als een man zijn zoon verschoont, die hem dient.

Johannes 11:51

En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar, zijnde hogepriester deszelven jaars, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk;

1 Corinthiërs 13:1-2

Al ware het, dat ik de talen der mensen en der engelen sprak, en de liefde niet had, zo ware ik een klinkend metaal, of luidende schel geworden.

Numberi 31:8

Daartoe doodden zij boven hun verslagenen, de koningen der Midianieten, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, vijf koningen der Midianieten; ook doodden zij met het zwaard Bileam, den zoon van Beor.

1 Koningen 22:11-20

En Zedekia, de zoon van Kenaana, had zich ijzeren horens gemaakt; en hij zeide: Zo zegt de HEERE: Met deze zult gij de Syriers stoten, totdat gij hen gans verdaan zult hebben.

Jesaja 2:11

De hoge ogen de mensen zullen vernederd worden, en de hoogheid der mannen zal nedergebogen worden; en de HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn.

Jesaja 2:17

En de hoogheid der mensen zal gebogen, en de hoogheid der mannen zal vernederd worden; en de HEERE alleen zal in die dag verheven zijn.

Jeremia 23:13-32

Ik heb wel ongerijmdheid gezien in de profeten van Samaria, die door Baal, profeteerden, en Mijn volk Israel verleidden.

Mattheüs 7:21

Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.

Mattheüs 10:5-8

Deze twaalf heeft Jezus uitgezonden, en hun bevel gegeven, zeggende: Gij zult niet heengaan op den weg der heidenen, en gij zult niet ingaan in enige stad der Samaritanen.

Mattheüs 10:15

Voorwaar zeg Ik u: Het zal den lande van Sodom en Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan dezelve stad.

Mattheüs 24:36

Doch van dien dag en die ure weet niemand, ook niet de engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen.

Mattheüs 25:11

Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open!

Lukas 10:12

En Ik zeg u, dat het dien van Sodom verdragelijker wezen zal in dien dag, dan dezelve stad.

Lukas 13:25-27

Namelijk nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt.

Handelingen 19:13-15

En sommigen van de omzwervende Joden, zijnde duivel bezweerders, hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen over degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren u bij Jezus, Dien Paulus predikt!

1 Thessalonicenzen 5:4

Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen.

2 Thessalonicenzen 1:10

Wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen, en wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd geworden) in dien dag.

2 Timotheüs 1:12

Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijde, maar word niet beschaamd; want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag.

2 Timotheüs 1:18

De Heere geve hem, dat hij barmhartigheid vinde bij den Heere, in dien dag; en hoeveel hij mij te Efeze gediend heeft, weet gij zeer wel.

2 Timotheüs 4:8

Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben.

Hebreeën 6:4-6

Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht geweest zijn, en de hemelse gave gesmaakt hebben, en des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain