Mattheüs 9:19
En Jezus opgestaan zijnde, volgde hem, en Zijn discipelen.
Mattheüs 8:7
En Jezus zeide tot hem: Ik zal komen en hem genezen.
Johannes 4:34
Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge.
Handelingen 10:38
Belangende Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd waren; want God was met Hem.
Galaten 6:9-10
Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd