Mattheüs 9:27

En als Jezus van daar voortging, zijn Hem twee blinden gevolgd, roepende en zeggende: Gij Zone Davids, ontferm U onzer!

Mattheüs 15:22

En ziet, een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep tot Hem, zeggende: Heere! Gij Zone Davids, ontferm U mijner! mijn dochter is deerlijk van den duivel bezeten.

Mattheüs 20:30-31

En ziet, twee blinden, zittende aan den weg, als zij hoorden, dat Jezus voorbijging, riepen, zeggende: Heere, Gij Zone Davids! ontferm U onzer.

Lukas 18:38-39

En hij riep, zeggende: Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner!

Mattheüs 21:9

En de scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna den Zone Davids! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen!

Mattheüs 21:15

Als nu de overpriesters en Schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel, en zeggende: Hosanna den Zone Davids! namen zij dat zeer kwalijk;

Lukas 20:41

En Hij zeide tot hen: Hoe zeggen zij, dat de Christus Davids Zoon is?

Mattheüs 1:1

Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham.

Mattheüs 11:5

De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd.

Mattheüs 12:22-23

Toen werd tot Hem gebracht een van den duivel bezeten, die blind en stom was; en Hij genas hem, alzo dat de blinde en stomme beide sprak en zag.

Mattheüs 17:15

Heere! ontferm U over mijn zoon; want hij is maanziek, en is in zwaar lijden; want menigmaal valt hij in het vuur, en menigmaal in het water.

Mattheüs 22:41-45

Als nu de Farizeen samenvergaderd waren, vraagde hun Jezus,

Markus 8:22-23

En Hij kwam te Bethsaida; en zij brachten tot Hem een blinde, en baden Hem, dat Hij hem aanraakte.

Markus 9:22

En menigmaal heeft hij hem ook in het vuur en in het water geworpen, om hem te verderven; maar zo Gij iets kunt, wees met innerlijke ontferming over ons bewogen, en help ons.

Markus 10:46-48

En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, zat de zoon van Timeus, Bar-timeus, de blinde, aan den weg, bedelende.

Markus 11:10

Gezegend zij het Koninkrijk van onzen vader David, hetwelk komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen!

Markus 12:35-37

En Jezus antwoordde en zeide, lerende in den tempel: Hoe zeggen de Schriftgeleerden, dat de Christus een Zoon van David is?

Lukas 7:21

En in dezelfde ure genas Hij er velen van ziekten en kwalen, en boze geesten; en velen blinden gaf Hij het gezicht.

Lukas 17:13

En zij verhieven hun stem, zeggende: Jezus, Meester! ontferm U onzer!

Johannes 7:42

Zegt de Schrift niet, dat de Christus komen zal uit den zade Davids, en van het vlek Bethlehem, waar David was?

Johannes 9:1-12

En voorbijgaande, zag Hij een mens, blind van de geboorte af.

Romeinen 1:3

Van Zijn Zoon,, Die geworden is uit het zaad van David, naar het vlees;

Romeinen 9:5

Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain