Micha
- 75 En
- 69 De
- 56 Zal
- 46 Van
- 42 Het
- 41 Zijn
- 36 Een
- 31 Ik
- 28 Den
- 27 Gij
- 27 Tot
- 25 Zij
- 23 Die
- 23 Heere
- 23 Hij
- 21 Uw
- 21 Want
- 21 Zullen
- 19 Als
- 19 Met
- 19 Niet
- 18 Te
- 18 Uit
- 17 Des
- 17 Op
- 16 Aan
- 14 Haar
- 14 Heeren
- 13 Dat
- 13 Der
- 13 Maar
- 13 Worden
- 12 Mijn
- 12 Nu
- 11 Hun
- 11 Om
- 11 Voor
- 11 Zult
- 10 Huis
- 10 Midden
- 9 Geen
- 9 Heeft
- 9 Mij
- 9 Tegen
- 9 Zo
- 8 Dien
- 8 Israels
- 8 Jeruzalem
- 8 Volk
- 7 Al
- 7 Daarom
- 7 Doen
- 7 Er
- 7 God
- 7 Komen
- 7 Mijns
- 7 Onder
- 7 Volken
- 7 Ze
- 6 Aarde
- 6 Dagen
- 6 Dan
- 6 Hebben
- 6 Heidenen
- 6 Hem
- 6 Hen
- 6 Hoort
- 6 Kwaad
- 6 Land
- 6 Ons
- 6 Over
- 6 Recht
- 6 Volks
- 6 Wat
- 5 Af
- 5 Alzo
- 5 Dage
- 5 Dit
- 5 Dochter
- 5 Eens
- 5 Hand
- 5 Ja
- 5 Jakob
- 5 Jakobs
- 5 Laat
- 5 Overblijfsel
- 5 Sions
- 5 Uitroeien
- 5 Ulieden
- 5 Vele
- 5 Wanneer
- 5 Zich
- 5 Zijner
- 4 Berg
- 4 Bergen
- 4 Eeuwigheid
- 4 Gelijk
- 4 Henen
- 4 Inwoners
- 4 Israel
Micha
- 105
- 17 De heer
- 16 De Heere
- 16 De Heere
- 8 Den heer
- 4 Mijn volk.
- 3 Huis Israëls
- 2 Gesneden beeld
- 2 Ik ben
- 2 Ik ben
- 2 Uit Egypte
- 2 Zegt de Heere
- 2 Zo zegt de Heere
- 1 Een getuige
- 1 Een getuige
- 1 Einden der aarde
- 1 Er kwaad
- 1 Het Koninkrijk
- 1 Het Koninkrijk
- 1 Het woord
- 1 In het licht
- 1 Met bloed
- 1 Met het zwaard
- 1 Mijn woorden
- 1 Mijn woorden
- 1 Uw vijanden
- 1 Voor mij
- 1 Voor wijn
- 1 Wijn drinken
- 1 Zal de Heere