Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Voorts woonden de oversten des volks te Jeruzalem; maar het overige des volks wierpen loten, om uit tien een uit te brengen, die in de heilige stad Jeruzalem zou wonen, en negen delen in de andere steden.
New American Standard Bible
Now the leaders of the people lived in Jerusalem, but the rest of the people cast lots to bring one out of ten to live in Jerusalem, the holy city, while nine-tenths remained in the other cities.
Kruisreferenties
Nehemia 11:18
Al de Levieten in de heilige stad waren tweehonderd vier en tachtig.
Jesaja 48:2
Ja, van de heilige stad worden zij genoemd, en zij steunen op den God Israels; HEERE der heirscharen is Zijn Naam.
Nehemia 10:34
Ook wierpen wij de loten, onder de priesters, de Levieten en het volk, over het offer van het hout, dat men brengen zou ten huize onzes Gods, naar het huis onzer vaderen, op bestemde tijden, jaar op jaar, om te branden op het altaar des HEEREN, onzes Gods, gelijk het in de wet geschreven is;
Jesaja 52:1
Waak op, waak op, trek uw sterkte aan, o Sion! trek uw sierlijke klederen aan, o Jeruzalem, gij heilige stad? want in u zal voortaan geen onbesnedene noch onreine meer komen.
Mattheüs 4:5
Toen nam Hem de duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels;
Mattheüs 27:53
En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.
Deuteronomium 17:8-9
Wanneer een zaak aan het gericht voor u te zwaar zal zijn, tussen bloed en bloed, tussen rechtshandel en rechtshandel, tussen plage en plage, zijnde twistzaken in uw poorten, zo zult gij u opmaken, en opgaan naar de plaats, die de HEERE, uw God, verkiezen zal;
Jozua 18:10
Toen wierp Jozua het lot voor hen te Silo, voor het aangezicht des HEEREN. En Jozua deelde aldaar den kinderen Israels het land, naar hun afdelingen.
Richteren 20:9-10
Maar nu, dit is de zaak, die wij aan Gibea zullen doen: tegen haar bij het lot!
1 Kronieken 26:13
En zij wierpen de loten, zo de kleinen als de groten, naar hun vaderlijke huizen, tot elke poort.
Nehemia 7:4-5
De stad nu was wijd van ruimte en groot; doch des volks was weinig daarbinnen; en de huizen waren niet gebouwd.
Psalmen 122:5
Want daar zijn de stoelen des gerichts gezet, de stoelen van het huis van David.
Spreuken 16:33
Het lot wordt in den schoot geworpen; maar het gehele beleid daarvan is van den HEERE.
Handelingen 1:24
En zij baden en zeiden: Gij Heere! Gij Kenner der harten van allen, wijs van deze twee een aan, dien Gij uitverkoren hebt;