Nehemia 11:2

En het volk zegende al de mannen, die vrijwilliglijk aanboden te Jeruzalem te wonen.

Richteren 5:9

Mijn hart is tot wetgevers van Israel, die zich gewillig aangeboden hebben onder het volk; looft den HEERE!

Deuteronomium 24:13

Gij zult hem dat pand zekerlijk wedergeven, als de zon ondergaat, dat hij in zijn kleed nederligge, en u zegene; en het zal u gerechtigheid zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods.

Job 29:13

De zegen desgenen, die verloren ging, kwam op mij; en het hart der weduwe deed ik vrolijk zingen.

Job 31:20

Zo zijn lenden mij niet gezegend hebben, toen hij van de vellen mijner lammeren verwarmd werd;

2 Corinthiër 8:16-17

Doch Gode zij dank, Die dezelfde naarstigheid voor u in het hart van Titus gegeven heeft;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain