Na hem verbeterde Malchia, de zoon eens goudsmids, tot aan het huis der Nethinim en der kruideniers, tegenover de poort van Mifkad, en tot de opperzaal van het punt.

Aan zijn hand verbeterde Uzziel, de zoon van Harhoja, een der goudsmeden, en aan zijn hand verbeterde Hananja, de zoon van een der apothekers; en zij lieten Jeruzalem tot aan den breden muur.

En tussen de opperzaal van het punt tot de Schaapspoort toe, verbeterden de goudsmeden en de kruideniers.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling