Nehemia 6:18

Want velen in Juda hadden hem gezworen, omdat hij was een schoonzoon van Sechanja, den zoon van Arah; en zijn zoon Johanan had genomen de dochter van Mesullam, den zoon van Berechja.

Ezra 2:5

De kinderen van Arach, zevenhonderd vijf en zeventig.

Nehemia 3:4

En aan hun hand verbeterde Meremoth, de zoon van Uria, den zoon van Koz; en aan hun hand verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, den zoon van Mesezabeel; en aan hun hand verbeterde Zadok, zoon van Baena.

Nehemia 3:30

Na hem verbeterden Hananja, de zoon van Selemja, en Hanun, de zoon van Zalaf, de zesde, een andere maat. Na hem verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, tegenover zijn kamer.

Nehemia 7:10

De kinderen van Arach, zeshonderd twee en vijftig;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain