Nehemia 6:3
En ik zond boden tot hen, om te zeggen: Ik doe een groot werk, zodat ik niet zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten, en tot ulieden afkomen?
Spreuken 14:15
De slechte gelooft alle woord; maar de kloekzinnige merkt op zijn gang.
Prediker 9:10
Alles, wat uw hand vindt om te doen, doe dat met uw macht; want er is geen werk, noch verzinning, noch wetenschap, noch wijsheid in het graf, daar gij heengaat.
Mattheüs 10:16
Ziet, Ik zend u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven.
Lukas 14:30
Zeggende: Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen.
Johannes 9:4
Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.
1 Timotheüs 4:15-16
Bedenk deze dingen, wees hierin bezig, opdat uw toenemen openbaar zij in alles.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd